Haver is een eenjarige grassoort en is in de loop der jaren veredeld tot de haver die we nu kennen. Haver is rustgevend; het kalmeert en ontspant het lichaam. We kennen haver voornamelijk als havermout en gebruiken dat voor het maken van havermoutpap of muesli. De volle korrel leent zich ook heel goed om te koken en is te combineren met allerlei groenten. De volle korrel is een stuk voedzamer dan wanneer hij bewerkt is tot havermout of havermeel maar is wel iets zwaarder te verteren. Haver korrels zijn door hun voedzaamheid zeer bevredigend voor het lichaam. Je krijgt niet snel weer trek of honger na het eten van gekookte haver. Het gekookte graan blijft lang in het lichaam en het duurt zo'n 2 tot 4 uur voordat de korrel verteert is. De volle korrel bevat veel vezels. Deze vezels verbinden zich met de koolhydraten waardoor de suikers langzaam aan het bloed worden afgegeven en de bloedsuikerspiegel in balans blijft. Ook binden de vezels zich met water waardoor ze in volume toenemen en je je sneller bevredigd voelt. Haver is goed voor de darmperistaltiek en een zachte stoelgang en verwijderen giftige stoffen uit het lichaam. Haver is rijk aan vitamine B1 en calcium. Verder bevat het vitamine B2, B3,B6 E,K, choline, biotine en foliumzuur ( B11) en de mineralen magnesium, ijzer, fosfor,silicium, kalium, koper, kobalt, mangaan, zink, jodium, chloor, en broom. Aan fytonutriënten bevat haver alkaloïden, fytosterolen, polyfenolen zoals foffiezuur en ferulinezuur. het bevat ook meervoudige onverzadigde vetzuren zoa.s linolzuur, slijmstoffen en lecithine.