Kurkuma (spreek uit: koer-koe-ma) is een specerij gewonnen uit de plant Curcuma longa. De specerij wordt gemaakt van de wortelstok van de plant. Het is een vast bestanddeel van kerriepoeder en currygerechten en geeft aan dit poeder en de gerechten een gele kleur. De specerij is mild bitter van smaak. Het merendeel van de kurkuma-oogst komt uit India. Kurkuma wordt ook wel aangeduid als Indiase geelwortel, koenier (Surinaams-Nederlands), koenjit (Nederlands-Indisch), kunyit (Indonesisch). Het werd vroeger ook wel tarmeriek genoemd, hetgeen een anglicisme is, vanaf het Engelse woord turmeric. Vanwege de gele kleur wordt het ook wel Indiase saffraan genoemd. Het woord is al in 1557 in het Nederlands aangetroffen, namelijk in het Cruydt-Boeck van Rembert Dodoens. Koenjit (kunyit) is de van oorsprong Maleise naam van de specerij. Gemalen kurkuma is vooral een gele kleurstof om andere kruiden en gerechten te kleuren. Het wordt bijvoorbeeld aan rijst toegevoegd om deze een gele kleur te geven. Het kan ook worden gebruikt als kleurstof voor inkt. Papier dat in een oplossing met kurkuma gedrenkt en vervolgens gedroogd is, wordt wel als reagens gebruikt om de aanwezigheid van een base (alkali) aan te tonen. Het krijgt bij aanwezigheid van alkalische stoffen een bruinrode kleur. Het omslagpunt ligt ongeveer bij een pH van 8-9. Kurkumapoeder wordt in India traditioneel gebruikt voor de behandeling van wondjes en schrammen. Het zou van oudsher gebruikt worden in de Ayurveda. Mensen kunnen kurkuma op verschillende manieren tot zich nemen, bijvoorbeeld als een masker of als kruidenthee. In Azië wordt van kurkuma weleens verondersteld dat het zou werken als medicijn tegen allerlei ziektes, zoals trombose en hersenaandoeningen, waaronder de ziekte van Alzheimer en Parkinson. Pepermunt (Mentha ×piperita) is een plant uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). De olie van deze plant wordt gebruikt voor het maken van pepermuntsnoep. Pepermunt is ontstaan uit een kruising van watermunt (Mentha aquatica) met aarmunt (Mentha spicata). De plant is in de zeventiende eeuw in Engeland gevonden in een veld met muntplanten. Het zaad van de plant bevat weinig kiemkracht. Voor vermeerdering worden daarom vaak stukjes van de wortelstokken gebruikt. De plant wordt verbouwd in Engeland, Frankrijk, China, Japan en in Noord- en Zuid-Amerika. De plant is ongeveer 0,5–1 m hoog en heeft een zachtgroene kleur. Als het tijd is voor de oogst worden de planten afgesneden. Daarna blijven de afgesneden stengels nog een tijdje op het land liggen om te drogen. De bladeren van deze plant hebben van zichzelf een kamferachtige smaak, maar na kruidenextractie ontstaat de typische pepermuntsmaak. Uit de bladeren wordt pepermuntolie gewonnen, maar ze worden ook in thee gebruikt. Als de planten droog zijn worden ze in pakken naar de fabriek gebracht. Daar wordt uit de planten pepermuntolie gewonnen, het belangrijkste onderdeel van pepermunt. Pepermunt is een zich snel verbreidende, meerjarige, winterharde plant. Pepermunt bloeit van juli tot en met september met kleine violette bloempjes. De bladeren zijn mintgroen en staan kruisgewijs tegenover elkaar op de stengel. De bladeren zijn langwerpig, eirond en gezaagd en hebben een opvallende mentholgeur. Pepermunt staat bekend om zijn kalmerende werking en helpt de spieren te ontspannen. Ook helpt het bij ontstoken spierweefsel en gaat het kramp tegen. Problemen met de ingewanden? Dit kruid wordt ook al eeuwenlang gebruikt als een verzachtend middel daartegen. Naast al deze lichamelijke voordelen, helpt het ook om slaperigheid op te wekken. Cayennepeper is een cultivar (een geregistreerd plantenras) van Capsicum annuum, een plantensoort uit de nachtschadefamilie (Solanaceae). Onder cayennepeper wordt ook Capsicum frutescens verstaan, een soort die volgens sommige biologen synoniem is aan C. annuum. Cayennepeper is een van de vele soorten chilipepers en zijn vruchten worden gebruikt als specerij. De vruchten worden gedroogd en vermalen, of verpulverd en tot cakes gebakken, die vervolgens worden gemalen en gezeefd tot poeder. Cayennepeper dankt zijn naam aan Cayenne, de hoofdstad van Frans-Guyana. Cayennepeper wordt vers, gedroogd of in poedervorm als specerij gebruikt in gerechten uit verschillende Aziatische landen, zoals Korea en China. Ook wordt het als basis gebruikt in diverse hete sauzen (voornamelijk met azijn) en zelfs in drankjes. Cayennepeper bevat relatief veel vitamine A en bevat ook vitamine B2, vitamine B6, vitamine C, vitamine E, kalium en mangaan. Een gemiddelde cayennepeper scoort tussen de 30.000 en 50.000 op de schaal van Scoville, een meetsysteem bedoeld om de pittigheid van chilipeper en pittige sauzen te bepalen door de concentratie van capsaïcine te meten, de stof die de pittigheid veroorzaakt. Ter vergelijking: pure capsaïcine scoort ruim 15.000.000, Madame Jeanette scoort tussen de 100.000 en 350.000 en jalapeño tussen de 2.500 en 8.000. Cayennepeper is dus een chilipeper van een gemiddelde pittigheid.