Kokosolie, ook wel kokosvet of klapperolie genoemd, is een tropische plantaardige olie die wordt verkregen door persen of extractie van kopra, het gedroogde witte vruchtvlees van de kokosnoot. Ongeharde en ongeraffineerde (vierge) kokosolie heeft een smelttraject van rond de 24–26 °C en is daarom in een gematigd klimaat meestal gestold, en dus een vet. In tropische gebieden heeft het meestal een vloeibare consistentie, een olie. Geraffineerde en geharde kokosolie heeft een smelttraject van 30 tot 37 °C. Kokosolie bevat van alle plantaardige oliën veruit de meeste verzadigde vetzuren. Deze vetzuren hebben een middellange keten, zoals laurinezuur, myristinezuur en palmitinezuur. Sommige voedingsdeskundigen en gebruikers van kokosolie beweren dat laurinezuur antibacteriële en vetafdrijvende eigenschappen heeft. Middellangeketenvetzuren worden gemakkelijk door de darmen geabsorbeerd. Eenmaal in het bloed gaan ze rechtstreeks naar de lever en worden daar net zo snel in energie omgezet als suikers. Het product wordt in de keuken vooral gebruikt om te bakken, braden of frituren. De olie heeft een hoog rookpunt. Dit hogere rookpunt heeft in de praktijk geen invloed, omdat olie en vet in de keuken nooit tot boven het rookpunt worden verhit. Door de aanwezigheid van veel verzadigde vetzuren is de gevoeligheid voor oxidatie (ranzig worden) minder dan bij onverzadigde vetten. Daardoor gaat kokosolie langer mee dan de gevoeligere meervoudig onverzadigde vetzuren die in de meeste frituuroliën zitten. Om de heilzame effecten en bouwstoffen in de olie te conserveren, wordt wel aangeraden de olie niet te lang en te hoog te verhitten. Het ruimschoots aanwezige laurinezuur in kokosolie heeft antibacteriële en schimmelwerende eigenschappen. Het laurinezuur in kokosolie kan bacteriën, virussen en schimmels doden, waardoor lokale infecties kunnen worden voorkomen. Kokosolie kan zelfs helpen bij de bestrijding van candida en parasieten. Het kan door een snellere verzadiging de eetlust remmen, wat kan helpen bij afvallen. De vetzuren in kokosolie kunnen in ketonen worden omgezet, wat kan zorgen voor minder epileptische aanvallen. Daarnaast kunnen deze vetzuren de hersenfunctie bij patiënten met Alzheimer verbeteren. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de vetzuren in kokosolie de niveaus van ketonlichamen in het bloed kunnen verhogen, waardoor de hersencellen over meer energie kunnen beschikken en de symptomen van Alzheimer worden verminderd. Kokosolie is niet alleen in de keuken te gebruiken, maar ook in de badkamer als bodylotion, aftersun of haarconditioner. Kokosolie kan dus effectief gebruikt worden als vochtinbrenger voor de huid, kan het haar beschermen en het kan ook als zonnebrandmiddel worden gebruikt en als mondwater. Door te spoelen met kokosolie (oilpulling) kan de orale hygiëne sterk verbeteren. Verder kan het uitwendig ingezet worden tegen acne. Kokosolie is in de natuur één van de rijkste bronnen van verzadigd vet. Kokosolie bestaat voor een groot deel uit laurinezuur dat de cholesterolwaarden kan verhogen, maar ook het ‘goede’ HDL-cholesterol. Het totale cholesterolgehalte, de HDL-ratio, blijft ongewijzigd. Ontstekingsfactoren zijn met tal van voedings- een leefstijlinterventies te verlagen. De Tokelauanen halen meer dan 60% van hun calorieën uit kokosnoten, waarmee zij de grootste verbruikers van verzadigd vet ter wereld zijn. Deze mensen genieten een uitmuntende gezondheid, zonder enige aanwijzing voor hartziektes. Kokosolie heeft vele bewezen gezondheidsvoordelen. De middellange-keten triglyceriden in kokosolie blijken het energieverbruik in 24 uur met 5% te verhogen, wat op de lange duur zou kunnen leiden tot een aanzienlijk gewichtsverlies. Kokosolie is een verzadigd vet en daarmee ideaal om in te bakken. Het kan vaak ook boter vervangen. Het laat het cholesterolgehalte minder stijgen dan roomboter. Vele goedkope kokosoliën worden gehydrogeneerd om de houdbaarheid te verlengen. Bij het hydrogeneren kunnen ongezonde transvetten ontstaan. Daarom kan je beter kiezen voor extra vierge kokosolie, mét geur, van biologische afkomst.