Echinacea is een geslacht bestaande uit negen soorten bloemplanten in de familie Asteraceae, allen van nature voorkomend in het oosten van Noord-Amerika. Sommige soorten, waaronder Echinacea purpurea, Echinacea angustifolia en Echinacea pallida, worden gebruikt als tuinplanten. Aan een aantal planten worden medicinale eigenschappen toegeschreven: Meestal wordt met de benaming "Echinacea" een bereiding bedoeld van de bovengrondse delen van Echinacea purpurea (Rode zonnehoed), de bekendste, en verreweg de meest onderzochte soort. Fytotherapeutische bereidingen van de bovengrondse delen van deze plant worden in verband gebracht met immuunversterking (bijvoorbeeld bij griep) en infecties van de bovenste luchtwegen, zoals verkoudheid. De rode zonnehoed (Echinacea purpurea) is een vaste plant uit de composietenfamilie. De plant is afkomstig uit Noord-Amerika. Op een plek in de zon wordt de plant 70 tot 120 cm hoog en vormt wortelstokken. Het blad is licht behaard. De onderste bladeren zijn eirond. De rode zonnehoed bloeit in juli en augustus met ongeveer 10 cm grote bloemen, die een roestbruin bloemhoofd en een stralenkrans van purperkleurige lintbloemen hebben. De vrucht is een nootje. De plant heeft een vochthoudende, voedselrijke, zavel- of kleigrond nodig. Kruidenproducten met rode zonnehoed zijn als geneesmiddel goedgekeurd om verkoudheidsklachten te verminderen, voor verbeteren van de weerstand en tegen huiduitslag. Kruidenproducten met rode zonnehoed worden als supplement daarnaast ook gebruikt bij andere klachten, zoals bij gewrichtspijn, klachten van de urinewegen of schimmelinfecties.