Abrikozen met gember

De abrikoos (Prunus armeniaca) is een struik- of boomvormige plant die veel gekweekt wordt om de vruchten. De vrucht is een steenvrucht. Hoewel de soortaanduiding suggereert dat de soort uit Armenië komt, stamt deze uit Noordoost-China tegen de Russische grens. De abrikoos kwam pas 3000 jaar later in Armenië aan en werd in 70 v.Chr. door de Romeinen via Griekenland over geheel Europa verspreid. De vrucht is zowel vers als gedroogd te eten. De abrikozen van Volvoed zijn geoogst, zongedroogd, en ontpit. Tijdens het droogproces verkleurt de abrikoos op natuurlijke wijze van geeloranje naar donkeroranje tot bruin. De vrucht bevat in gedroogde vorm verschillende belangrijke voedingsstoffen, zoals vitamine B, ijzer, magnesium, natrium en kalium. Het mineraal kalium heeft als gunstige werking dat het de bloeddruk kan verlagen. Ideaal voor mensen met een chronische hoge bloeddruk. Dit betreft de ongezwavelde variant! Dat wil zeggen, er zijn géén stoffen aan toegevoegd om de kleur te behouden die de abrikoos heeft in verse vorm. Gedroogde abrikozen die geeloranje zijn, hebben hoogstwaarschijnlijk een onnatuurlijk proces van het besproeien met zwavel ondergaan.

Gedroogde abrikozen zijn zo uit de hand te eten. Ze zijn echter ook in stukjes te snijden en in een ontbijtmout te verwerken, door de smoothie heen of in een salade. Als de abrikoos wat zachter mag zijn, kan de gedroogde abrikoos eerst geweld worden. Dit zorgt voor een sappig zoete toevoeging aan het gerecht waarin het gebruikt wordt. Het weken van de met gember besprenkelde abrikoos vind Volvoed zonde. Omdat veel van het specerij verloren gaat tijdens het weekproces.

Recept: Couscoussalade met gedroogde abrikozen met gember

Voor 4-5 personen

Ingrediënten:

200 gram couscous volkoren
300 gram wortelen
200 gram kikkererwten, gekookt, uitgelekt
75 gram verse spinazie
100 gram gedroogde abrikozen met gember
40 gram amandelen
handje verse munt
handje verse peterselie
1 eetlepel zonnebloemhoning
2 eetlepels olijfolie
2 eetlepels ras el hanout
1 eetlepel paprikapoeder
1 eetlepel komijnzaad
0,5 eetlepel kaneel
Witte peper & Keltisch zeezout naar smaak

- Verwarm de oven voor op 200 graden.
- Spoel de kikkererwten af en snijd de wortels in halve maantjes.
- Doe beide in een kom en meng met één eetlepel olijfolie, één eetlepel honing, één eetlepel ras el hanout, één eetlepel komijnzaadjes, 0,5 eetlepel paprikapoeder en wat Keltisch zeezout.
- Verdeel de gekruide wortelen en kikkererwten op een bakplaat en rooster ze 25 minuten in de oven.
- Maak ondertussen de couscous klaar zoals de bereidingswijze aangeeft. Lekker om een klontje kokosolie te smelten en dit toe te voegen als de couscous klaar is. Je kunt er ook voor kiezen om de couscous op traditionele wijze te stomen (nóg lekkerder, wel meer tijd).
- Rooster de amandelen in een droge koekenpan op middelhoge temperatuur. Schud tussendoor regelmatig met de pan. Houd er een oogje op en laat ze niet verbranden. Zet apart.
- Snij de spinazie, munt en peterselie fijn, de gedroogde abrikozen met gember in dunne reepjes en hak de geroosterde amandelen in grove stukken.
- Doe de couscous in een kom en voeg hier de geroosterde wortelen en kikkererwten aan toe samen met de spinazie, munt, peterselie, gedroogde abrikozen met gember en de geroosterde amandelen.
- Breng op smaak met de overige olijfolie, peper, zout, kaneel, paprikapoeder en ras el hanout.